vrijdag 16 december 2011

Beheer & Risico Indicatoren 1

Maatstaven voor beoordeling beleggingsfondsen

Als we ons strategische en tactische huiswerk hebben gedaan en kwalitatieve vermogensbeheerders, boutiques of huizen hebben onderscheiden, dan volgt (pas) de beoordeling van hun product.  Er zijn een aantal maatstaven in gebruik die vaak vermeld staan in publicaties van ‘rating’ agentschappen (een bekende is Morningstar bijvoorbeeld).

Zonder achtergrondkennis weet de gemiddelde leek meestal niet wat een ‘R-kwadraat’ van 19 of een ‘beta’ van 1,21 is. Om die statische getallen een betekenis mee te geven behandelen we dit keer zes van de twaalf belangrijkste 'risico indicatoren'.

  1. Up Down Market Capture Ratio  

De Up/Down Market Capture Ratio laat zien welk deel van het resultaat van een markt door een manager is gepakt in op- en neergaande markten in vergelijking met een benchmark. Een benchmark is een referentiepunt of maatstaf. Bij beleggen is dat meestal een index, in dit geval de Standard & Poor 500, die de grootste markt van 500 aandelenfondsen in de VS vertegenwoordigd.

Een ‘Up Market’ is gedefinieerd als de perioden waarin het resultaat vergeleken met de benchmark positief was, en een ‘Down Market’ is gedefinieerd als de perioden waarin het resultaat vergeleken met de benchmark negatief is.

Dit is relevant. De ideale plek op deze grafiek is de hoek linksboven omdat dit indiceert dat de manager beter presteert dan de benchmark, zowel in opgaande markten als neergaande markten. Hij pakt meer dan 100% van het resultaat in positieve perioden en minder dan 100% van het resltaat in negatieve perioden.

  1. Tracking error

De Tracking error is een maatstaf voor hoe goed een manager de benchmarkt volgt en wordt gemeten als de standaard deviatie van het verschil tussen de resultaten van de beheerder en de index.
Het is van belang omdat een professionele belegger zowel naar relatieve als absolute performance kijkt. Een instrument zoals de Tracking Error kan gebruikt worden om een acceptabele range vast te stellen bij de evaluatie van een beheerder.

Stijl, aandelenselectie, transactiekosten en vergoedingen kunnen een hoge Tracking Error veroorzaken. Een actieve manager wiens sector en selectieproces sterk afwijkt van een index kan een hoge Tracking error vertonen.

Van een passief beheerd index fonds wordt verwacht dat het de resultaten van een index zo goed mogelijk dupliceert, en zou een lage Tracking Error moeten hebben.

  1. Standaard Deviatie

De Standaard Deviatie is de statistische meting van de afwijking en spreiding van resultaten rondom hun historische gemiddelde.  Met andere woorden, hoe extreem een resultaat van een portefeuille varieert over een bepaalde tijdsperiode.

Het wordt belangrijk geacht omdat beleggers hiermee de waarschijnlijkheid en het bereik van mogelijke resultaten trachten te voorspellen.

Als een aandeel of fonds een hoge Standaard Deviatie heeft, dan heeft de mogelijke uitkomst van het resultaat een breed bereik naar boven en naar beneden. Dit duidt op een hoge beweeglijkheid of ‘volatiliteit’.

  1. Sharp Ratio

De Sharp Ratio is ontwikkeld door William F. Sharpe als een voor risico aangepaste maatstaf. Hij wordt berekend door de standaard deviatie te gebruiken met het surplus aan resultaat om de opbrengst per eenheid risico te bepalen. Hoe hoger de Sharp Ratio, hoe beter de voor risico gecorrigeerde prestatie.

De Sharp Ratio is van belang om dat het een maatstaf is voor investering efficiency, uitgedrukt in een hoeveelheid resultaat per eenheid van het daarbij behorende risico.

Het kan gebruikt worden om direct 2 beheerders te vergelijken op hoeveel meeropbrengst een beheerder bereikt bij een bepaald niveau van risico.

  1. Risico Opbrengst Grafiek

Een Risico Opbrengst Grafiek laat de relatie zien tussen de opbrengst van een portefeuille of fondsbeheerder en het bijbehorende risico uitgedrukt in Standaard Deviatie.

De ideale plek in de grafiek is de linker bovenhoek. Dat indiceert dat de portefeuille de benchmark heeft overtroffen met minder risico. Dezelfde grafiek kan ook gemaakt worden om een beheerder te vergelijken met het gemiddelde van zijn sector.

  1. R-squarred

R-squarred of R-kwadraat representeert het percentage bewegingen van een beheerder dat verklaard kan worden door de bewegingen van zijn benchmark (index).

Waarden kunnen variëen van 0 tot 100, waar 0 geen verband of correlatie indiceert en 100 een perfecte correlatie. Een R-kwadraat van 35 bijvoorbeeld betekent dat slecht 35% van de fluctuatie van de beheerder verklaart kan worden door de bewegingen van de benchmark index.

R-kwadraat kan gebruikt worden als extra bevestiging van het belang van een bepaalde ‘Alpha’ of ‘Beta’ (hierover later meer).
Hoe hoger de het R-kwadraat, hoe meer vertrouwen we kunnen putten uit de waarden van Alpha en Beta.

Idealiter wil je een benchmark die een R-kwadraat heeft van 85% of hoger ten opzichte van je beheerder. Aan de andere kant betekent een R-kwadraat van bijna 0 dat het gebruik van de waarden van Alpha of Beta niet veel nut hebben omdat de beheerder vergeleken wordt met een niet bijpassende benchmark.

In deel 2 van dit onderwerp Beheer & Risico Indicatoren, dat ik de volgende keer zal behandelen, zal ik verder ingaan op Alpha, Beta, Batting Average, Correlatie, Informatie Ratio en Duration, die samen met bovenstaande gegevens de 12 belangrijkste Risico Indicatoren vormen die in gebruik zijn.

Met vriendelijke groeten.

Pim de Koekkoek             Leer meer via www.vermogenspartner.nl

zaterdag 19 november 2011

Vermogen en tactiek 2


Welke vermogensbeheerder is betrouwbaar? Wie beheerst het best de aan- en verkooptechnieken voor u? Hoe kom ik daar achter? Op hoeveel paarden moet je wedden? Past een uitvoerder of product bij mijn strategie en horizons? Nog meer tactische vragen die vooraf gaan aan beleggen. Maar huiswerk is vaak een stiefkind.

Stiefkind

We houden ons als mens graag bezig met techniek en koppen graag een bal erin. Een strategie of koers uitzetten is ook nog wel leuk werk. Tactiek is het stiefkind er tussen in.

Bij tactiek gaat het over posities, afstemmingsproblemen en allerlei lastige hindernissen, die vragen om speciale coördinerende aandacht en veel noest werk. Werk dat men daardoor neigt te vermijden, te vergeten, maar waar zonder die inspanning geen optimaal resultaat mogelijk is. Tactiek, een taai en misschien saai hoofdstuk, maar o zo bepalend. Werk dat gewoon gedaan moet worden.

Partnerkeus

Samenwerken is nodig in een gespecialiseerde wereld. Maar vaak laten mensen daarbij niet duidelijk zien waar hun belang ligt, sterker, er wordt bedekt dat die belangen niet synchroon lopen met die van u. Dat is een belangrijk tactisch probleem. Ergens schuilt een botsing die uw resultaat drukt.

Als lezer van deze artikelen kent u ongetwijfeld nog ‘De anatomie van de hypotheeklast’ en het onderdeel  ‘Eerste voorwaarde’. ‘Wie betaald wie voor wat?’ was een belangrijke vraag.

Mensen doen hoofdzakelijk waarvoor ze betaald worden. Als een beleggingsfonds geld incasseert ongeacht uw resultaat, dan is de kans klein dat uw resultaat wordt bewaakt of geoptimaliseerd

Als een bank eigen beleggingsfondsen verkoopt, waar zij aan verdient, is er een grote kans dat een betere concurrent niet goed belicht wordt in een advies van die bank.

Wie betaalt wie voor wat? Is niet alleen een essentiële vraag voor een lage maandlast, maar ook voor een bovengemiddeld beleggingsresultaat. Met een belangenverstrengeling op de achtergrond is de kans op een geoptimaliseerd resultaat heel klein.

Selectie
Je wil graag worden bediend door een topexpert, wie niet. Maar hoe selecteer je die?
Kan een professional amateurs beoordelen? Meestal wel. Kan een amateur professionals beoordelen? Helaas niet.

Om goede professionals te onderscheiden en voor uw wagen te krijgen hebt u professionele beoordelaars nodig.
Uw eigen expert/begeleider is niet een specialist die zijn eigen product moet verkopen.

Een onafhankelijk expert/partner kiezen en inhuren die samen met u kijkt naar de verschillende vermogensbeheerders en uw resultaat in het vizier houdt is een belangrijke tactische voorwaarde voor resultaat.

Het moge duidelijk zijn als we dit propageren, dat VermogensPartner zo georganiseerd is. Onze organisatie is er per definitie niet op uit zelf producten te maken. Dat zou onmiskenbaar onze kijk en keuze vertroebelen op andere goede producten.

Criteria

Waar moet je op letten bij de keuze van een uitvoerende beheerder? Het vereist voorbereiding en werk, maar uw begeleider moet dergelijke criteria weten en doet er verstandig aan die vooraf vast te leggen om het toetsen objectief en rationeel te maken.

We noemen een aantal voor de hand liggende:
1.   Heeft het bedrijf, de vermogensbeheerder een vergunning?
2.   Heeft het bedrijf een korte of lange historie?
3.   Wie zijn het management en zijn zij gekwalificeerd?
4.   Is het bedrijf administratief goed genoeg geoutilleerd?
5.   Is er voldoende functiescheiding?
6.   Is zij marktleider in een vermogensklasse of beheerstijl?
7.   Is duidelijk wie er aan de knoppen zit?
8.   Is een fonds transparant?
9.   Kun je zien wat je koopt oftewel kun je exact te weten komen wat er in de portefeuille zit?
10.        Zijn er verifieerbare track records?
11.        Wordt er meegespeeld in de Premier League van een (asset) klasse?

En zo zijn er meer ‘APK-punten’. Zonder zo’n check met een positieve uitkomst lopen we grote kans ergens vast te lopen.

Kosten lenen zich voor de meer gemakkelijke analyse. Is kosten een tactisch aspect? Puur sec als vergelijkingsmaatstaf niet. Sommige spelers in de markt zijn immers gewoon erg goed, en omdat zij dat zelf ook weten vragen zij soms meer voor hun werk dan andere spelers. Kosten is een factor, maar voor dubbeltje kom je niet op de eerste rang te zitten, dat geldt ook hier. Een Mercedes bouw je niet met de goedkoopste onderdelen.

Voor een beter rendement betaal je vaak meer, vaak omdat de performance fee hoger uitvalt door een prima resultaat. Dat is op zich juist een gezonde afhankelijkheid.

Soms lopen kosten en performance uit verband. Dat kun je uitrekenen en meten; wel (laten) doen dus, zo voorkom je de ‘woekeraars’ in een portefeuille.

Topclubs versus voetbal
De vergelijking met topsport gaat hier op. Ook onder vermogensbeheerders heb je meerdere topclubs met allerlei technische spelers en speelstijlen. Je kunt lastig voorspellen welke club er in een bepaald jaar kampioen wordt.

Dat blijkt gelukkig ook niet nodig te zijn voor een optimaal beleggingsresultaat. Zolang we onze inleg maar diversificeren over meerdere kanshebbers uit de kopgroep. Als u vervolgens gemiddeld 2e of 3e wordt scoort u top.

U herinnert zich de debacles zoals het Icesave sparen en de Lehmon Brother obligaties wellicht? Het is tactisch wijs over meerdere ‘huizen’ of vermogensbeheerders te diversificeren om eenzijdige clubdebacles niet een te grote invloed op uw portefeuille te laten hebben. Er zijn duizenden beheerders en tienduizenden fondsen. Waarom kiezen voor één of drie?

Stiefkind? Ook dit diversificeren  kost gevoelsmatig ‘rompslomp’, een extra inspanning, waarop vaak te gemakkelijk wordt bezuinigd. Maar dit is op zijn Engels  ‘penny wise and pound foulish’. De bezuiniging op die inspanning staat in geen verhouding tot het risico en mogelijk verlies.

Tactisch diversificeren qua stijl binnen een vermogenscategorie
Je weet niet altijd welke speelstijl winnend is in een bepaalde tijdsperiode. Er bestaan namelijk een groot aantal beleggingsboetieks en familiebedrijven die zich voortdurend trachten te onderscheiden qua werkwijze ten opzichte van de meer standaard grootbanken en daarmee op een unieke wijze performance weten te behalen.

Zo kan een obligatieportefeuille deels gebaseerd op Azië, deels op hypotheken en deels op bedrijven verder gediversificeerd zijn. Partijen die moeite doen om zich hierin te specialiseren onderscheiden zich vaak door een visie en een beter resultaat. Omdat deze resultaten minder correleren, minder verband met elkaar hebben, wordt de portefeuille een stuk stabieler.

Net als in de muziek als in de sport bepaald een speler of analist in vermogensbeheer zijn eigen werkwijze of speelstijl. Soms betekent een andere aanpak een hoger rendement in combinatie met langer wachten, hetgeen dan afgestemd moet worden bij iemands horizon.

Een portefeuille wordt beter en veiliger als je meer kwalitatieve partijen weet te onderscheiden en deze tactisch weet in te zetten.

Maar dit kost dus energie. Daarvoor moet permanent gewerkt worden. Net als in het voetbal is de economie geen statisch gebeuren. Er is een verdringingsmarkt en positiespel aan de top. We dienen continue alert te zijn of er bij de fondsen wijzigingen optreden zoals nieuwe managers, nieuwe analisten. Uiteindelijk is het resultaat afhankelijk van degeen die met de knikkers speelt.

Het vereist een permanent monitoren van monetaire krachtenvelden, beleggingsmarkten, vermogensbeheerders en analisten om in de top te blijven meedraaien.

Het optimaliseren is een kwestie van organiseren. Eenduidige strategie, beleid, tactiek, stijl en een eenduidige monitoring zijn een zaak van samenwerking.

Zolang een ieder zich onafhankelijk kan focussen op zijn specialisme en daar resultaatgericht mee bezig is wordt er invulling gegeven aan de welbekende win-win-situatie.

Met andere woorden: zonder een tactische aanpak ontbreekt een hoeksteen van organisatie. Zonder een goede organisatie doe je niet mee in de top.

Tot zover een wat taaier en minder toegankelijk onderwerp. Tactiek wordt boeiender als je ontdekt welk verschil het kan maken. Omdat het minder toegankelijk is, is het goed hier een systeem voor te hebben.

Hoe beoordeel je eigenlijk de kwaliteit van verschillende fondsen? U heeft wel eens van alpha, een TER of een sharp ratio gehoord? Allemaal technische termen, waarop we volgende keer éénmalig wat uitgebreider ingaan om het gebruik van kwaliteitsmeting wat inzichtelijker te maken. 

Met vriendelijke groeten.


Pim de Koekkoek             Leer meer via www.vermogenspartner.nl

dinsdag 18 oktober 2011

Vermogen en tactiek


Plannen van vermogen is een must, want het pensioen duurt vaak langer dan men zich beseft.
Kwaliteit van leven wordt juist dan een belangrijk aandachtsgebied. Vrouwen zijn vaak jonger dan mannelijke echtgenoten en hebben ook een langere levensverwachting. Geboortedata hebben dus implicaties. Uit de laatste statistieken blijkt bovendien dat die levensverwachting alleen maar langer wordt. Zie figuur.

Vijftig % van de mannen en vrouwen worden tegenwoordig ouder dan onderstaande gemiddelden van 2009:

             
Nadat je een strategie voor langere termijn hebt uitgezet, loop je tegen een aantal barrières aan van een iets lagere orde, de tactische problemen. Alleen als we die getackeld hebben kunnen we pas realistisch met de techniek van de handel van vermogensbestanddelen aan de slag. Veel problemen bij vermogen ontstaan omdat men omgekeerd, bij de technische aspecten van de handel begint.

Zoals we gezien hebben in ons vorige artikel over het onderwerp VermogensPlanning bestaat er zoiets als ‘strategische risicobeheersing’. En jawel, omdat er tactische problemen zijn (die een risico inhouden) bestaat er ook zoiets als ‘tactische risicobeheersing’.

Wat bedoelen we met tactische problemen als we het hebben over vermogen?

Allereerst hebben we het verkoopprobleem.
Deze ontstaat als mensen na een periode van vermogensopbouw weer geld nodig hebben, bijvoorbeeld voor het levensonderhoud van de oudedag. Liquiditeiten dus.

Het vermogen kan bijvoorbeeld strategisch evenwichtig belegd zijn en tegelijkertijd slecht liquideerbaar.  Oftewel moeilijk te gelde te maken. Dat kan praktische problemen geven. Een simpel voorbeeld op particulier niveau is de eigen woning, hoe eet ik die straks op, als blijkt dat dat nodig is?

Maar dit speelt ook in andere onroerend goed beleggingen. We weten dat pensioenfondsen grote onroerend goed portefeuilles hebben. Dit probleem noemt men daar sjiek Asset Liability Management (ALM), het afstemmen van verplichtingen in geld met de verschillende vermogensvormen.

Als je niet op tijd je vermogen verkoopt of liquideert, dan kun je door gebrek aan liquiditeiten brodeloos worden. Een dergelijke situatie is tactisch gesproken niet slim. (Het fenomeen komt echter op alle professionele niveaus nog voor).

Zie hier het aspect van verschillende horizons. Je hebt nu geld nodig, over 5 jaar, 10 jaar, 15 jaar etcetera. Op tactisch niveau moeten we dus goed opletten wanneer we een hoeveelheid vermogen in de vorm van geld nodig hebben. Er is dus een Dynamische Liquidatie Planning (DLP) nodig om vermogen op tijd vrij te maken.

Je wil daarbij voorkomen dat je geforceerd wordt tot liquidatie op het verkeerde moment. Kan dat dan?
Stel u heeft aandelen. Aandelen zijn immers een belangrijke strategische diversificatie. Ze zijn superieur (8,6%) aan een spaarrekening. Er is één maar…ze fluctueren.

Dat geldt overigens voor elke beleggingscategorie in een iets mindere mate. En net als u geld nodig heeft staat de beurs op een dieptepunt en kunt u worden gedwongen aandelen af te bouwen tegen nul of een nog lager rendement. Dat is niet wat je wil..

Courantheid
Aandelen zijn goed verhandelbaar; des te pijnlijker is het gedwongen te worden om aandelen ‘laag’ te verkopen omdat andere beleggingen niet te verkopen zijn.
Incourantheid noemen we dat. Dat kan gebeuren met onroerend goed, maar ook met slecht verhandelbare bedrijven op een beurs, privébedrijven (private equity), een lijfrente of hedgefondsen. Ja zelfs obligaties en spaarrekeningen zijn wel eens incourant of geblokkeerd geweest.

Bij verkoop dienen fluctuatie en courantheid tactisch op elkaar te zijn afgestemd om een probleemloze (risicoloze) kasstroom te waarborgen.

Dit aspect is overigens iets anders dan het, weliswaar verwante, ‘instapprobleem’ dat wij bespraken in het artikel ‘Strategische Risicobeheersing 1.

Zo langzamerhand wordt u wellicht ook duidelijk in deze reeks wat het verschil is tussen een financieel planner, die alleen met cijfers en fiscaliteit werkt, en een vermogensplanner die ook de dynamiek van vermogenscategorieën voor u betrekt in de planning. Zonder deze aanvullende expertise worden risico’s niet afdoende geadresseerd en is een plan niet af.

Deze artikelen zijn bedoeld voor de bewustwording dat het behandelen van vermogen en vermogensbegeleiding een vak apart is, die daarbinnen weer verschillende expertises kent. Zoiets doe je dus nooit alleen, maar samen in een professioneel netwerk zoals VermogensPartner.

We zijn er echter nog niet met de tactische aspecten. want wat dacht u van het probleem van het kiezen van aanbieders van vermogensbeheer. Hoe onderscheid je een amateur van een professional? Hoe zit het met de kosten en eventuele belangenverstrengelingen? Hoe selecteer ik een beheerder of een fonds? Wat is het belang van beleggingsstijlen of een analist?

Vragen te over nog die beantwoord moeten worden voordat er belegd kan worden.

Gezien de gewenste omvang van een Ezine wordt dat de volgende keer besproken.

Voor nu dus weer bedankt voor uw belangstelling.

Met vriendelijke groeten.

Pim de Koekkoek             Leer meer via www.vermogenspartner.nl

dinsdag 13 september 2011

Anticiperen in het jaar 2011

Aansluitend op de technische artikelen over de Elliott Wave (juli en augustus 2011), die de huidige beursdip hebben ingeluid, komt de vraag op hoe je hierop verder dient te anticiperen: met andere woorden, wat nu?

Eerste voorwaarde
Voorop gesteld moet worden dat het vak Vermogensbegeleiding in beginsel al een strategie is die rekening houdt met beweeglijkheid van markten, asset klasses en risico’s van geldontwaarding.

Vermogensbegeleiding is daarom het eerste wat bij een particulier ingebracht moet zijn/worden. Zonder een adequate strategie, weet je niet waar je op moet letten, en dan wordt anticiperen immers onmogelijk!

Het is daarbij noodzakelijk objectieve referentiekaders te benutten waaraan feitelijke gebeurtenissen kunnen worden afgemeten. Aan de oppervlakte van deze gebeurtenissen zien we een sub-prime en schuldencrisis. De instabiliteit die dit anno 2011 veroorzaakt wordt nog eens versterkt door problematieken en majeure krachtenvelden zoals:

-      Vergrijzing van de bevolking
-      De mondiale problematiek van aflossing van staatsschulden
-      Het gebruik van de politiek van geldschepping
-      Het sociale effect van leenpolitiek
-      Marktverschuivingen als gevolg van het internet
-      Opkomende markten zoals China
-      Gebrek aan nationale bestuurskracht van Westerse culturen
-      Energiebronnen versus bevolkingsgroei

Deze krachten werken onafhankelijk op elkaar in en veroorzaken chaotische processen waarop de mens reageert. In eerste instantie geeft dat een tamelijk willekeurig beeld waar geen touw aan vast te knopen lijkt.

Omzeilen van de huidige marktrisico’s
‘Out-of-the-box-denken’ (of  ‘denk-niet-als-een-lemming’) is in deze tijden dan nog nadrukkelijker van toepassing. Met andere woorden als de buren het ook moeilijk hebben of nog slechter doen is dat nog geen reden om op dezelfde voet door te gaan. Echter veel mensen gaan in de waan van de dag vaak zo te werk.

Een eerste hulpmiddel om dat te omzeilen is dus de strategie- en scenariobewustzijn binnen vermogensbegeleiding. Het biedt een nieuw referentiekader.

Een tweede hulpmiddel is cyclusbewustzijn. Elliott was dat een voorbeeld van.
Het zijn pogingen van analisten om te ontsnappen uit onbewuste sociale cycli die samenhangen met massapsychologie.

Het komt erop neer als we teveel klitten met elkaar en ons niet onderscheiden maar na-apen, dan is er snel geen toegevoegde waarde meer mogelijk. Oftewel we lopen dan onbewust een verarmingsrace, en dat willen we niet.

Fibonaccio lange termijn cyclus
Uit een andere analyse van de lange termijn Fibonacci-cyclus  (die in het verleden een betrouwbaarheid van ruim 90% heeft laten zien) komt naar voren dat in 2010 een relatieve top verwacht mag worden in de hoofdcyclus op de effectenbeurzen met vervolgens een volgende bodem in 2011.

Normaliter (afgelopen 100 jaar) liggen toppen en bodems van dergelijke cycli 7 tot 10 jaar uit elkaar. Dat een top en bodem in deze analyse nu pal naast elkaar geprojecteerd wordt, duidt technisch gesproken op een enorme marktdynamiek. De laatste keer dat dit voorkwam was in 1902-1903*.

* Gezien de bovengenoemde krachtenvelden is de dynamiek wel te begrijpen, al doet een cyclusanalyse nooit uitspraken over de aard van fundamentele ontwikkelingen. Opvallend is wel om te zien dat er profetieën en films over het jaar 2012 zijn gemaakt. De dynamiek van 1903: Ford start massaproductie Model A, om auto’s betaalbaar te maken voor iedereen; Gebroeders Wright vliegen voor het eerst (12 sec.) in een apparaat zwaarder dan lucht; Roosevelt zendt voor het eerst een bericht over de kabel in de Pacific; Panamakanaal geconstrueerd; Servië, leger officieren vermoorden de Servische koning en koningin; Helium wordt uitgevonden.

Timing
Vervolgens is dan de vraag: maar wanneer in 2011?  Om te beginnen hebben we de mogelijkheid om Elliott golven te tellen. Dit hebben we gedaan in de artikelen Elliott spreekt 1 en 2.

Figuur 1

Daarnaast hebben we zelf onderzoek gedaan naar mogelijke seizoenspatronen  en een seizoenscyclus vastgesteld die in zeven van de tien gevallen zichtbaar is (een preciezere versie van ‘sell in May and go away’ of het ‘Haloween-effect’). Dit is niet een hoge betrouwbaarheid, maar het geeft wel richting. Zo focussen we nu op juli t/m okt.

Figuur 2
Het is dus de combinatie van verschillende referentiekaders die ons moet vertellen wat we kunnen doen in het wispelturige water van de financiële crisis.

Conclusie
De conclusie is nu gerechtvaardigd om in de beursval van het tweede halfjaar posities te wisselen. Mocht u niet al eerder hebben afgebouwd, dan dient u te rebalancen in deze dips (de asset klasses obligaties en goud hebben het immers wel goed gedaan).

Na elf jaar correctie van een AEX van 700 wordt een index van onder de 280 inmiddels weer ‘ondergemiddeld’  of met andere woorden: strategisch op langere termijn koopwaardig.

De verwachting dat de ruime geldpolitiek ergens in de loop van komende jaren de inflatie aanwakkert (mat name in sectoren van voeding en energie en in mindere mate onroerend goed) betekent dat het bedrijfsleven en de AEX een koerspositieve inflatiecorrectie kan doormaken en als zodanig strategisch bescherming kan bieden tegen verdere monetaire en mondiale problemen.

Kortom, een moment om je mentaal op voor te bereiden om niet verrast te worden indien uw vermogensbegeleider u op dit moment benadert om juist nu, in de tweede helft van 2011, eens te denken aan aandelen..

Dat is niet alledaags, per decennium zal rebalancen gemiddeld naar verwachting immers maar enkele keren hoeven te gebeuren.

Volgende artikel zal ik kort ingaan over het belang dat u ook in deze asset klasse tactische keuzes maakt, want ook hier geldt ‘het is niet al goud dat er blinkt’.


Pim de Koekkoek    
Leer meer via www.vermogenspartner.nl

woensdag 17 augustus 2011

Elliott spreekt 2

(onderstaand artikel verdient van tijd tot tijd een update omdat het dateert van juli 2011; mocht u geïnteresseerd zijn in een update dan verneem ik het graag)
 
Op verzoek en vanwege de beursactualiteit van de maand augustus 2011 (een mondale beurscorrectie van bijna -20%) schrijf ik een vervolg op de vorige Ezine van juli 2011. Hierin bespraken we de toepassing van de Elliott Golven Theorie van Ralph Nelson Elliott (1871-1948) en het eindpunt van een belangrijke opwaartse golf. Voor de fijnproevers en om het plaatje compleet te maken ga ik nog even kort in op wat er in de week na 15 juli heeft gemanifesteerd op de 'lagere' golfniveaus.

We waren geëindigd met de grafiek van figuur 9 van de vorige Ezine. Raadpleeg deze ter opfrissing desgewenst eerst op onze Blog

Figuur 1: Figuur 9 VermogensPartner Ezine juli 2011



Om goed te kunnen 'navigeren'met de golven vermeld ik allereerst nog eens de gradatietabel van de Elliott-golven.

Figuur 2


De conclusie uit onze analyse moest zijn dat we het einde naderden van een grote opwaartse golf (op 'Cycle' niveau) binnen een correctie golf op 'Primary' niveau. De vijfde van de vijfde van de vijfde etc... golf is in theorie de plaats waar de uitputting van een grotere golf plaatsvindt:
Figuur 3

Het vervolg in de praktijk
Voor de ontwikkeling en het definitief uittellen van de hier betreffende Intermediate golf (IV) en (V) zoomen we, met deze wetenschap,  nog wat verder in. We gaan daarbij gebruik maken van uurgrafieken om deze golven zichtbaar te maken. De volgende grafiek begint bij Intermediate golf (II) zoals vermeld in Figuur 1.
Figuur 4

Hierin kun je nauwgezet zien hoe de kleine golfgradaties, zelfs tot zichtbare Sub-Minuette golven zich uitrollen. Het einde van golf (IV) was hier nabij. Golf C van golf (IV), uit vijf golven opgebouwd, verliep daarna als volgt:
Figuur 5




Trogvorming
Vorig artikel maakten we melding van mogelijke trogvorming. Tot twee keer toe is hier sprake van geweest. Het gebeurt vaker bij kleinere golven. Vaak duidt dit op bepaalde weerstandniveaus in de markt waarop meerdere handelaren hun orders hebben liggen. Dan heeft de koers moeite door die niveaus heen te breken. Je kunt de golven overigens dan wel zien en uittellen. Voorbeeld-illustraties (ontleend aan Major Works of R.N. Elliott):
Figuur 6


          
Hoe verliep nu golf Intermediate (V)?

Figuur 7
De ontwikkeling tot al bijna Minor golf IV verliep regelmatig (in Elliott termen).
U ziet in Minute golf 5 een trog. In dit gebied heerste zichtbaar weerstanden of verkoopdruk.
We gaan vanaf hier op weg naar een 'vijfde van de vijfde' , in dit geval golf (v) van 5 van V van (V) van ((V)) van cC. Als zoiets aan de orde komt is het dus opletten geblazen. Verkoop in zo'n laatste upswing, mik niet op het ultieme moment en heb gewoon vrede dat u zo'n geval "de laatste euro's aan anderen laat".
Figuur 8

En zo raakte 21e en 22e juli de energie van deze golfbeweging 'cC' technisch uitgeput.

De correctie die volgde staat inmiddels te boek als één van de heftigste in de geschiedenis.

Slotopmerkingen

Elke stap in de evolutie der dingen is uniek, zo ook iedere Elliott golf. Wat er onder de golven aan feitelijke gebeurtenissen en ontwikkelingen ligt is ook uniek en daarom moeilijk te voorspellen. Het is al heel wat als iemand golven kan herkennen en tellen.
Daarbij is het zo dat de beurs altijd een half jaar op de feiten vooruit lijkt te lopen. Het verklaren van koersbewegingen met actualiteiten is dan ook lastig gebleken. Dit wetende kunnen we ons al weer beter voorbereiden.

2011 mag in Elliott termen een bodem worden, wellicht loopt die vooruit op de ellende in 2012, maar hoe het ook zij, we moeten ons mentaal instellen op kopen, tegen al slechte nieuwsfeiten in. Maar dat is voor velen individueel te moeilijk. Laat u daarom bijstaan door professionals van VermogensPartner.
Door strategisch te beleggen hebben zij weinig last van de waan van de dag en kunnen zij, meer systematisch, gebruik maken van een  'uitverkoop'.

Met vriendelijke groet,