Maatstaven voor beoordeling beleggingsfondsen
Als we ons strategische
en tactische huiswerk hebben gedaan en kwalitatieve vermogensbeheerders, boutiques of
huizen hebben onderscheiden, dan volgt (pas) de beoordeling van hun
product. Er zijn een aantal maatstaven
in gebruik die vaak vermeld staan in publicaties van ‘rating’ agentschappen (een
bekende is Morningstar bijvoorbeeld).
Zonder achtergrondkennis weet de
gemiddelde leek meestal niet wat een ‘R-kwadraat’ van 19 of een ‘beta’ van 1,21
is. Om die statische getallen een betekenis mee te geven behandelen we dit keer
zes van de twaalf belangrijkste 'risico indicatoren'.
- Up Down Market Capture Ratio
De Up/Down Market Capture Ratio laat zien welk
deel van het resultaat van een markt door een manager is gepakt in op- en
neergaande markten in vergelijking met een benchmark. Een benchmark is een referentiepunt
of maatstaf. Bij beleggen is dat meestal een index, in dit geval de Standard
& Poor 500, die de grootste markt van 500 aandelenfondsen in de VS
vertegenwoordigd.
Een ‘Up Market’ is gedefinieerd als de
perioden waarin het resultaat vergeleken met de benchmark positief was, en een ‘Down
Market’ is gedefinieerd als de perioden waarin het resultaat vergeleken met de
benchmark negatief is.
Dit is relevant. De ideale plek op deze grafiek
is de hoek linksboven omdat dit indiceert dat de manager beter presteert dan de
benchmark, zowel in opgaande markten als neergaande markten. Hij pakt meer dan
100% van het resultaat in positieve perioden en minder dan 100% van het
resltaat in negatieve perioden.
- Tracking error
De Tracking error is een maatstaf voor hoe
goed een manager de benchmarkt volgt en wordt gemeten als de standaard deviatie
van het verschil tussen de resultaten van de beheerder en de index.
Het is van belang omdat een professionele
belegger zowel naar relatieve als absolute performance kijkt. Een instrument
zoals de Tracking Error kan gebruikt worden om een acceptabele range vast te
stellen bij de evaluatie van een beheerder.
Stijl, aandelenselectie, transactiekosten en
vergoedingen kunnen een hoge Tracking Error veroorzaken. Een actieve manager
wiens sector en selectieproces sterk afwijkt van een index kan een hoge
Tracking error vertonen.
Van een passief beheerd index fonds wordt
verwacht dat het de resultaten van een index zo goed mogelijk dupliceert, en
zou een lage Tracking Error moeten hebben.
- Standaard Deviatie
De Standaard Deviatie is de statistische
meting van de afwijking en spreiding van resultaten rondom hun historische
gemiddelde. Met andere woorden, hoe
extreem een resultaat van een portefeuille varieert over een bepaalde
tijdsperiode.
Het wordt belangrijk geacht omdat beleggers hiermee
de waarschijnlijkheid en het bereik van mogelijke resultaten trachten te
voorspellen.
Als een aandeel of fonds een hoge Standaard
Deviatie heeft, dan heeft de mogelijke uitkomst van het resultaat een breed
bereik naar boven en naar beneden. Dit duidt op een hoge beweeglijkheid of ‘volatiliteit’.
- Sharp Ratio
De Sharp Ratio is ontwikkeld door William F.
Sharpe als een voor risico aangepaste maatstaf. Hij wordt berekend door de
standaard deviatie te gebruiken met het surplus aan resultaat om de opbrengst
per eenheid risico te bepalen. Hoe hoger de Sharp Ratio, hoe beter de voor
risico gecorrigeerde prestatie.
De Sharp Ratio is van belang om dat het een
maatstaf is voor investering efficiency, uitgedrukt in een hoeveelheid
resultaat per eenheid van het daarbij behorende risico.
Het kan gebruikt worden om direct 2 beheerders
te vergelijken op hoeveel meeropbrengst een beheerder bereikt bij een bepaald
niveau van risico.
- Risico Opbrengst Grafiek
Een Risico Opbrengst Grafiek laat de relatie
zien tussen de opbrengst van een portefeuille of fondsbeheerder en het
bijbehorende risico uitgedrukt in Standaard Deviatie.
De ideale plek in de grafiek is de linker
bovenhoek. Dat indiceert dat de portefeuille de benchmark heeft overtroffen met
minder risico. Dezelfde grafiek kan ook gemaakt worden om een beheerder te
vergelijken met het gemiddelde van zijn sector.
- R-squarred
R-squarred
of R-kwadraat representeert het percentage bewegingen van een beheerder dat
verklaard kan worden door de bewegingen van zijn benchmark (index).
Waarden
kunnen variëen van 0 tot 100, waar 0 geen verband of correlatie indiceert en
100 een perfecte correlatie. Een R-kwadraat van 35 bijvoorbeeld betekent dat
slecht 35% van de fluctuatie van de beheerder verklaart kan worden door de
bewegingen van de benchmark index.
R-kwadraat
kan gebruikt worden als extra bevestiging van het belang van een bepaalde ‘Alpha’
of ‘Beta’ (hierover later meer).
Hoe
hoger de het R-kwadraat, hoe meer vertrouwen we kunnen putten uit de waarden
van Alpha en Beta.
Idealiter
wil je een benchmark die een R-kwadraat heeft van 85% of hoger ten opzichte van
je beheerder. Aan de andere kant betekent een R-kwadraat van bijna 0 dat het
gebruik van de waarden van Alpha of Beta niet veel nut hebben omdat de
beheerder vergeleken wordt met een niet bijpassende benchmark.
In deel 2 van dit onderwerp Beheer & Risico Indicatoren, dat ik
de volgende keer zal behandelen, zal ik verder ingaan op Alpha, Beta, Batting Average, Correlatie, Informatie Ratio en Duration,
die samen met bovenstaande gegevens de 12 belangrijkste Risico Indicatoren vormen
die in gebruik zijn.