Speculeren is een menselijke eigenschap. Niet alleen op financieel gebied, al spreekt dat waarschijnlijk het meest tot de verbeelding. Dat ook bij speculatie het hoofd koel gehouden moet worden, en dat men bewust moet zijn waarmee men aan de gang gaat, lijkt voor zichzelf te spreken. Onderstaand artikel gaat wat dieper op dat aspect in.
Speculeren en mensen
Men belegt: men maakt geld rentegevend. Zo kan men beleggen in obligaties.
Men speculeert: men handelt met het oog op winst door gebruik te maken van koers- en prijsveranderingen. Zo kan men speculeren in aandelen en aanverwante zaken als opties en warrants.
Er zijn dus verschillen aan te geven tussen beleggen en speculeren. Maar in de praktijk worden beide termen door elkaar gebruikt. Het kernpunt is immers dat beleggers en speculanten er beide op uit zijn om rendement uit hun activiteiten te halen, vanuit welk gezichtspunt dan ook.
Het is veel belangrijker om meer aan de weet te komen over de kansen en risico’s die de beleggersmarkt ons kan bieden. Het temperament van de belegger is daarbij mede bepalend of men op deze markten mogelijkheden ziet.
Visoen
Juist omdat mensen die mogelijkheden zien, gaat men tegelijkertijd over tot actie. Daardoor treden er verschillen op in vraag en aanbod in een bepaalde periode. Koersen ontwikkelen zich daardoor in trends – hausse- of baissegericht.
In gunstige markten kan er plotseling iets veranderen in het ‘sentiment’. Mensen ontwikkelen visioenen van rijkdom en beginnen steeds agressiever te opereren, naarmate de winsten groeien.
Zo kunnen in de groei van een hausse alle aspecten van eigendom van volstrekt ondergeschikt belang worden. Het gaat niet meer om een deelneming in Royal Dutch Shell, of een dividendrendement. Het gaat om het vooruitzicht van een prijsstijging op korte termijn. Een inkomen uit het bezit, of het genot van het gebruik ervan, of zelfs de feitelijk waarde worden dan academisch.
De speculant is verlost van de last van eigendom, en kan zich volledig concentreren op zijn handwerk: opereren op de optiemarkt, turbo’s, baisseaffairres, kredietfaciliteiten.
Maar is hij ook verlost van ethisch handelen?
Excessen
Het kader van dit artikel is te klein voor een diepergaande beschouwing over ethiek. In de eerste plaats omdat dit een sterk persoonsgebonden filosofie is.
Het nemen van risico’s stelt mensen in staat om een sprong voorwaarts te doen. Bovendien is het uitbuiten van kansen voor onze economie een voorwaarde. Een liquide kapitaalmarkt is immers een voorwaarde om projecten met een hogere risicograad van start te laten gaan.
Anderzijds kennen we ook excessen in speculatie, voor het merendeel gebaseerd op – letterlijk – inhaligheid. Het is een vorm van wildgroei in de menselijke neiging tot ontplooiing. Volgens de wet van Newton hebben wij de neiging lijnen door te trekken, tot in het exponentiële als het enigszins kan.
Wanneer wij met zijn allen de prijzen ver overdrijven, vergeten wij nog wel eens, dat er een onderliggende waarde aan ten grondslag moet liggen, in de vorm van een product of productie. Zoals een Bank een goudvoorraad bezigde ter dekking van het bankpapier.
Als we dan twee maal de bouwkosten voor een huis gaan betalen, kan er iets misgaan. Dit kan echter een bewust risico zijn, dat we willen nemen. Instinctief beproeven wij hoever de grenzen zijn, want in ons korte bestaan is ontplooiing een belangrijke drijfveer. Hier putten wij uit de natuurwetten voor maximale overleving.
Het kan de mensen nooit verboden worden om (financiële) risico’s te nemen. Aan de gevolgen van excessen is niemand schuldig. Het is een onderdeel van onze menselijk natuur. Ons hiervan bewust te zijn, en daarnaar te handelen, is een onderdeel van onze persoonlijke ethiek. Maar ook van succesvol beleggen.
De Florida Boom
Naast een aantal loffelijke karaktertrekken vertonen veel mensen de drang om snel rijk te worden, met een minimum aan inspanning. Merkwaardig genoeg kan dit ons tot grote prestaties drijven. Maar ook tot verregaande excessen. De beruchte Florida Boom is daar een wrang voorbeeld van.
Omstreeks de helft van de jaren twintig van de vorige eeuw werden Miami, Miami Beach, Coral Gables en de gehele kust tot aan Palm Beach ‘getroffen’ door speculaties in bouwgrond. Waarom?
Florida had een beter klimaat dan New York, Chicago en Minneapolis bij elkaar. Hogere inkomsten en betere vervoersmogelijkheden maakte de staat in toenemende mate bereikbaar vanuit het kille noorden. De tijd zou aanbreken dat de jaarlijkse vlucht naar het zuiden een even regelmatig als indrukwekkend natuurverschijnsel zou worden als de trek van de wilde ganzen vanuit Canada.
Op dit onontbeerlijke element van concrete feiten bouwden mannen en vrouwen een wereld van speculatie en fantasie. Een wereld die niet wordt bewoond door mensen die moeten worden overtuigd, maar door mensen die een excuus zoeken te geloven.
In het geval van Florida wensten zij te geloven dat het gehele schiereiland binnenkort zou worden bevolkt door vakantiegangers en zonaanbidders, de mensen van de nieuwe tijd, waarin opmerkelijk weinig gewerkt zou hoeven worden. De drukte zou zo groot worden dat alle stranden, moerassen, veengronden en kreupel-bossen grote waarde zouden krijgen.
Speculatie is echter niet alleen afhankelijk van het vermogen tot zelfbedrog. In Florida werd grond verkaveld in bouwpercelen, en verkocht tegen een eerste aanbetaling van 10%. Voor de kopers waren dit even onaantrekkelijk terreinen als voor een toevallige voorbijganger. Maar de kopers waren ook niet van plan er zelf op te gaan wonen. Het was zelfs niet eenvoudig te geloven dat er ooit iemand zou gaan wonen. Dit was echter een academische overweging. De werkelijkheid was dat dit twijfelachtige bezit met de dag in waarde steeg. In de tijd van veertien dagen kon men de grond met een zoet winstje van de hand doen. De prijzen spiraalden omhoog.
Het is een kenmerk van de geestesgesteldheid bij deze vorm van speculatie dat, met het verstrijken van de tijd, de neiging om verder te kijken dan de feiten omtrent waardestijging, sterk vermindert. Dat hoeft ook niet, zolang het aantal mensen dat koopt met de bedoeling om de zaak met winst te verkopen, in een redelijk tempo blijft doorgroeien, zodat de prijzen zich in redelijke stijgende lijn doorzetten.
Droom
Gedurende dat hele jaar 1925 bracht de jacht naar ‘moeiteloze’ rijkdom een bevredigende groeiende mensenstroom naar Florida. Iedere week werd er meer grond verkaveld. Onder de nogal rekbare term ‘kuststrook’ werden allengs terreinen verkocht die op tientallen kilometers in het binnenland lagen. Zo bleken ‘voorsteden’ op opmerkelijk afstand van de stad zelf te zijn gelegen.
Toen de speculatie zich noordwaarts uitbreidde verkocht een ondernemende inwoner uit Boston, Charles Ponzi, vele percelen bouwgrond ‘in de omgeving’ van Jacksonville. Dat was zeker nogal rekbaar; de grond lag honderd km ten westen van de stad. Of de tuinstad Manhattan Estates “op niet meer dan twaalfhonderd meter van de welvarende, en snelgroeiende stad Nettie”. Er was een klein probleem: de stad Nettie bestond niet.
Omdat zoveel speculanten de grond van elkaar opkochten, was het eertijds zo nederige lapje grond uitgegroeid tot het meest begerenswaardige bezit. De droom begon de werkelijkheid te overvleugelen.
Het vervoersaanbod naar de staat Florida verdubbelde zich zo snel dat de spoorwegen in de herfst van 1925 gedwongen werden een embargo op niet-essentiële goederen in te stellen. Hieronder vielen - ironisch genoeg – ook de bouwmaterialen die nodig waren om de ‘tuinsteden’ te bouwen.
Maar in het volgende voorjaar begon de stroom nieuwe kopers af te nemen. En zij zijn van levensbelang voor het doen stijgen van de prijzen. De stuwkracht van een waarachtige speculatiedrift – en die van Florida had inmiddels epische proporties aangenomen – was echter niet in een oogwenk tot stilstand te brengen. Een tijdlang kon de groei van de welbespraaktheid van de verkopers een tegenwicht vormen voor het afnemende aanbod van kopers. Zelfs William Jennings Bryan, die eens met gezaghebbende stem had gedonderd dat de mens werd gekruisigd op een gouden kruis, werd ingeschakeld bij het iets minder verheffende werk van het verkopen van stukken drasland.
Storm
Het was de Florida Boom echter niet eens beschoren op een indrukwekkende manier te bezwijken onder haar eigen gewicht. De aanleiding was wat prozaïscher: in de herfst van 1926 raasden twee wervelstormen over Florida en bliezen de zeepbel aan flarden. Ze lieten – in de woorden van de auteur Frederick Lewis Allen – zien “wat een verkoelende tropische bries kan aanrichten, als zij haar aanloop begint in West Indië”.
Er kwamen honderden mensen om het leven, en van duizenden werden de daken afgerukt. Tonnen water spoelden door de straten van Miami en deponeerden daar een aantal fraaie jachten, niet langer meer zeewaardig. Tienduizenden ,mensen hadden hulp nodig.
Men was het er over eens dat deze stormen ook een gezonde adempauze waren in het speculatieklimaat, en het duurde nog wel even voordat de laatste flarden van de zeepbel verwaaid waren. Zo toonde Florida-speculanten zich bezorgd over de inzameling van gelden door het Rode Kruis ten bate van de slachtoffers van de ramp. Dit zou het imago van de staat meer schaden dan de ontvangen gelden. Het is ook op dit punt dat speculatiedrift zich van haar minderfraaie kant liet zien.
Maar het einde van de Florida Boom was gekomen. Vele speculanten werden straatarm, anderen overleefden het avontuur. Het was niet wereldschokkend, al haalde de Boom ook de Europese kranten. Maar het gaf aan hoe gemakkelijk de mens de realiteit – en meer – uit het oog kan verliezen.
Er zouden meer speculatieschandalen volgen, want waar risico’s genomen worden, worden ook fouten gemaakt. Maar de Florida Boom is klassiek geworden, omdat zij aangaf hoezeer mensen de realiteit – ook die van speculeren – uit het oog kunnen verliezen, of begraven onder dromen, totdat er punt was waar de realiteit er helemaal niet meer toe deed. Koopakten en eigendomsoverdrachten waren reëler dan de drassige, zompige moeraslanden van Florida.
Helaas zijn tornado’s echt levensgevaarlijk echt. En dan is een koopakte niet meer dan papier dat wegwaait en blijft liggen als een verfrommelde droom.
* * *
Tot zover de serie over analyse en beleggersgedrag. Volgende keer start ik met een serie artikelen over de aspecten van een veilige oudedagsvoorziening en de rol daarbij van strategie en vermogensplanning.
Pim de Koekkoek
Pim de Koekkoek